Skip to content

De route naar extra ondersteuning binnen deelverband Zuidoost

Op deze pagina worden de stappen beschreven die in het proces van arrangeren worden gezet. Dit proces start als de leerkracht een ondersteuningsbehoefte bij een leerling signaleert en eindigt op het moment dat passend onderwijs voor deze leerling gerealiseerd is. Het gaat hier alleen om het realiseren van extra ondersteuning in de basisschool en niet om ondersteuningstoewijzing in de vorm van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor SBO of SO. De TLV wordt afgegeven door het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Amsterdam – Diemen.
Informatie hierover vindt je op de website van het het SWV.

Extra ondersteuning binnen de school organiseren is alleen aan de orde wanneer de verwachting er is dat er met deze inzet binnen de school aan de onderwijsbehoefte van de leerling kan worden voldaan. Als direct duidelijk is dat de school ook met inzet van extra ondersteuning handelingsverlegen zal blijven, ligt een zwaardere interventie als verwijzen meer voor de hand.

De route ziet er als volgt uit waarbij stap 1 tot en met 4a onderdeel uitmaken van de basis­ondersteuning en stap 4b tot en met 5 van de route naar extra ondersteuning.

Stap 1. Signalering door de leerkracht

De leerkracht signaleert stagnatie en belemmeringen in de ontwikkeling van een kind. De leerkracht betrekt ouders erbij en werkt constructief samen om een oplossing te vinden (‘educatief partnerschap’).

Als een leerkracht signaleert dat de ontwikkeling van een leerling stagneert, start de route op basis van HGW in de klas. Deze ziet er als volgt uit:

Waarnemen: evalueren van groepsplan en verzamelen leerlingengegevens in groepsoverzicht > Doelen stellen en signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften > Begrijpen: benoemen van specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen > Plannen: clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften > Opstellen van het groepsplan > Realiseren: uitvoeren van het groepsplan.

Van de leerkracht vraagt dit dus dat hij in handelingsgerichte terminologie kan aangeven wat een leerling nodig heeft om weer tot leren te komen en dat hij de cyclus van HGW in de klas doorloopt.

Stap 2. In gesprek met de intern begeleider

Op het moment dat de leerkracht niet tot toereikende oplossingen komt, gaat zij/hij met de intern begeleider in gesprek. De IB’er maakt een analyse van de situatie en geeft vervolgens advies over een mogelijk aanpak, maakt afspraken over terugkoppeling en betrekt wederom de ouders bij het traject. De IB’er heeft daarmee de regie in het proces van arrangeren.

Deze driehoek van leerkracht, IB’er en ouders moet binnen de basisondersteuning snel en eenvoudig toegang kunnen hebben tot expertise (aanbod) voor vraagverheldering of snelle interventies. Dat kan een ouder- en kindadviseur zijn, of een schoolarts, leerplichtambtenaar etc.

stap 3. Opschalen

Indien leerkracht, IB’er en ouders niet tot een effectief en uitvoerbaar handelingsplan voor de leerling kunnen komen, of de ondersteuningsbehoefte niet goed kunnen benoemen, kan de driehoek worden uitgebreid met de directeur, het Adviesloket, de ouder- en kindadviseur en andere relevante disciplines. In de context van Zuidoost gaat het dan feitelijk om een zorgbreedteoverleg (ZBO).

De vervolgstap is afhankelijk van de ondersteuning die passend is. Die kan uitvoerbaar blijken binnen de basisondersteuning, maar ook uitvoerbaar zijn met behulp van een arrangement dat de basisondersteuning overstijgt.(zie 4 B)

Belangrijke toetssteen voor het ZBO is het uitgangspunt dat er sprake moet zijn van één plan als achter specifieke behoeften ook de noodzaak tot een gezinsaanpak vanuit de jeugdhulpverlening schuilgaat. Dit begint met de check na de signalering van een stagnerende ontwikkeling of er niet al sprake is van een vorm van jeugdhulpverlening en gaat verder met de verkenning van een gecombineerde aanpak.

De school kan advies vragen bij het adviesloket, ouders kunnen dit ook doen. In overleg kan besloten worden tot een arrangement. Arrangementen worden door de school aangevraagd. (zie punt 4). 

Als de leerling tijdelijk een andere plek nodig kan een aanvraag gedaan worden van een time out plaats (punt 5).

4a. Arrangeren in de basisondersteuning

Van het budget dat de school voor basisondersteuning beschikbaar heeft, organiseert zij de betreffende ondersteuning. Ook hier kan sprake zijn van naar binnengehaalde ondersteuning door bijvoorbeeld inzet van de OKA (Ouder Kind Adviseur). School kan deze ondersteuning zelf inzetten. Indien wenselijk kan het Adviesloket worden ingezet voor extra advies. 

4b. Arrangeren voor een groep: School ARRangement (SARR)

De school kan bovenop de basisondersteuning een arrangement voor een groep leerlingen -bijvoorbeeld een groepje leerlingen met achterstanden bij rekenen of taal- een school arrangement aanvragen via de orthopedagogen van het adviesloket. Via Kindkans vraagt de school dit met een relatief eenvoudig formulier aan. Leerlingen en ouders zijn natuurlijk op de hoogte.

4c. Arrangement bovenop de basisondersteuning (individueel arrangement ofwel toewijzingsfonds)

Soms gaat een arrangement de afgesproken basisondersteuning te boven. Dat wil zeggen dat de school zonder inzet van extra expertise of middelen handelingsverlegen is. Dan is extra ondersteuning nodig.De school kan via het Adviesloket vragen om de inzet van een individueel arrangement. In een gesprek met leerkracht, intern begeleider, ouders en andere relevante deskundigen/betrokkenen kan worden bepaald welke (extra) ondersteuning nodig is. Het gaat daarbij om extra ondersteuning die binnen de school wordt uitgevoerd. Uit dit gesprek volgt een advies, de bestuurder bekrachtigt dit advies.

De school zal in dit geval een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) moeten opstellen en dit voorleggen aan ouders. Ouders hebben instemming op het handelingsdeel van het OPP en ondertekenen het. Het document biedt school, ouders en inspectie houvast bij het reflecteren op de gerealiseerde opbrengsten.

  1. Time out 

Als de leerling tijdelijk een andere plek nodig heeft waar gewerkt kan worden aan gedrag, waarna de leerling terug keert naar de eigen school, kan een aanvraag gedaan worden van een time out plaats. Inofrmatie voor de aanvraag vind je hier link naar tweede stuk

Mocht een leerling -ook met extra ondersteuning of hulpverlening- geen passende plek kunnen vinden in het reguliere onderwijs dan kan een tlv aangevraagd worden. Een tlv wordt door de school aangevraagd bij het Samenwerkingsverband (SWV) Amsterdam-Diemen en getoetst door het SWV. Informatie hierover vind je op de website van het SWV. (link naar deel tlv aanvraag van de website.. De orthopedagogen van het adviesloket kunnen wel meekijken naar het dossier en adviseren over het dossier. Als een aanvraag voor een tlv is gedaan en de situatie op school is echt onhoudbaar. Dan kan na toetsing door de orthopedagoog (én goedkeuring door de bestuurder), in zeer uitzonderlijke gevallen een time out plaats aangevraagd worden.