BLUES EN BAMBOE
Tijdens de pauze vond ik een naamkaartje naast een stoelpoot. Ik bukte me, blies wat stof van het papier en las in het grijze licht een meisjesnaam die ik sinds vanmorgen kende. Ik glimlachte omdat het meisje zo sterk en slim was. In de les leerden we die ochtend nieuwe woorden. En nieuwe uitdrukkingen. Een van die nieuwe uitdrukkingen: Gemengde gevoelens hebben over iets.
Ik vroeg aan de nieuwe klas wie weleens gemengde gevoelens heeft over iets. Het meisje stak haar hand op. Kalm zei ze: ‘Bij de slavernij.’ Ze keek naar het boek De reis van Syntax Bosselman. Even leek het of ze niets meer wilde zeggen, toen zei ze zacht: ‘Ik voel me verdrietig door alles wat er is gebeurd maar ook blij dat ik het weet, dat ik erover mag leren.’
Ik ben meester Rashid en ik mag op de zomerschool leren van jullie slimheid en kracht en van jullie gemengde gevoelens.
Zo bouwen we samen een huis. Een huis van bamboe bijvoorbeeld.
In het gras achter de sporthal waren een stuk of dertig kinderen met postelastiek bezig bamboestengels samen te binden om er een pyramide van te maken. Ik hoorde een meisje en een jongen van de groep nieuwkomers een discussie voeren in een voor mij vreemde taal. Woorden die door de lucht fladderden en landden bij mijn open oren. Ik vroeg naar de woorden. De jongen schreef op dat de taal uit Ghana komt: Twi, en meester Roy vroeg om stilte want het is best moeilijk wat hij wilde doen met ons: alle pyramides op elkaar stapelen.
Een kind begon lachend naast de pyramide te bidden en het was een tempel geworden. Een ander kind begon naast de constructie van bamboe te dansen en we waren opeens op een feest.
Ik keek naar de andere kant van het veld waar spelletjes met een touw werden gespeeld. ‘Dit is een magisch touw,’ zei meester John. ‘Als het naar je toekomt moet je er overheen springen.’
Nu. Nee nu. Nu moet je springen. Op de beat. Anders is het magische touw alweer weg.
En even later tijdens de workshop Muzikale lyrics:
Nu. Nee. Nu. Nu moet je zingen. Anders is het gitaarspel alweer vervlogen.
Het is de bedoeling dat je in de workshop een tekst schrijft die op de maat van de muziek past.
Je leert wat een rijmschema is. Je leert wat een dialoog, een beschrijving, een metafoor is.
En wij, zangeres en theatermaker Jeritza Toney en ik, schrijver, leren van jullie hoe jullie de blues beschrijven en het geluk oproepen.
Een meisje schreef: Mama, je bent voor altijd in mijn hart.
Als ik barst in mezelf ren ik naar je toe, heel verward
Ik luisterde naar haar en werd weer helemaal teruggezogen in de tijd en herinnerde me hoe het voelde om naar mijn moeder toe te rennen.
Een jongen schreef: “Het is zomer en het is zo warm
als in een koker.”
Opgetogen liep ik naar een ander tafeltje waar een leerlinge kalm aan het werk was. Ik boog me over haar halflege vel. Ze keek me verontschuldigend aan alsof ze vond dat ze nog niet genoeg had gewerkt maar haar woorden waren prachtig, leken te cirkelen rond een dierbaar geheim.
Fluisterend zong ze haar tekst:
“Laten we het gaan beslissen
Voordat de anderen het gaan annuleren.
Laten we het gaan beslissen
Laten we het proberen.”
Helemaal onderaan het blaadje stond:
“Ik ben stilletjes gaan leren
Van het leren kun je goed afleren.”
Ik keek naar haar naambordje. Die naam moest ik onthouden. Zoals alle leerlingen die met gemengde gevoelens stilletjes gaan leren. Van de geschiedenis. En van elkaar in het heden.
Op de zomerschool.
Rashid