Doorvragen en door ploggen
‘Ik had een gesloten houding bij het interview.
O nee, een open houding.’
Door het raam van een ruim lokaal zie ik de kinderen uit de klas die ook
wel ‘nieuwkomers’ wordt genoemd (ze zijn soms minder dan een jaar in
Nederland) met gele plastic zakken over het schoolplein gaan; dat is de
workshop Mooi schoon – Ecokids. Even later staan we binnen rondom
een tafel en geniet ik als ik de aandacht zie waarmee ze voorzichtig
oppakken wat ze aan afval hebben gevonden. Een ingedeukt blikje. Een
verwaaide muts, zo’n hoe heet het muts, die ze in Amerika bij graduation
dragen. Een glasscherf. ‘Raak dat maar niet aan,’ zegt de meester.
Ondertussen vertelt meester Frits over mensen die normaal het afval
opruimen. En hij heeft ook speciale informatie. Hij laat op zijn laptop zien
wat ploggers zijn: mensen die joggen en tegelijk plocka doen (troep
opruimen). Ook noemt hij de plastic soep en dat het zwerfafval via het
riool de zee bereikt. Ik vraag me af of de woorden goed doordringen.
Iedereen is nog aandachtig aan het kijken naar de volle tafel. Een meisje
draait zich naar me om met de felle ogen van iemand die een fantasie
haarscherp op kan roepen. ‘Ik wil een eekhoorn eten,’ zegt ze tegen me
en dat is misschien haar reactie op meester Frits die het met een kalme
stem heeft over zoiets onverteerbaars als een kauwgompje dat over
twintig jaar nog in dezelfde vorm aan een stoeptegel kleeft. Als er geen
plogger langs is gekomen.
Ik knik. Ik probeer me in te leven in het meisje en haar afgeleid zijn.
Begrijpen doe je het misschien wel, opeens wonen in een land waar
ploggers het in de natuur gezellig maken maar of je nou meteen een
open houding hebt bij het idee van rennend afval oprapen?Een jongen pakt een leeg sigarettenpakje en schudt er wat as uit.
Het is alsof de magie van het zichtbare afval alle woorden verdringt.
Even niks anders, hoor, zeggen de blikken. We hebben hard gewerkt.
Even een gesloten houding. Er is al zoveel tegelijk aan de gang in het gebouw van
het Bindelmeer college. Ergens boven ons is een workshop Interview:
Mijn jeugd in een kolonie. En buiten, voorbij het nu schone schoolplein,
maken kinderen van de zomerschool een wandeling Gedeelde
geschiedenis door het Nelson Mandela park.
Ik denk aan een reis lang geleden die ik maakte door Zuid-Afrika. In de
natuur was het leeg en schoon alsof er grote groepen leerlingen met
gele zakken door de bergen hadden gewandeld. In de bus waarin ik zat
hoorde je president Mandela op de radio iets vertellen over het belang
van twee keer per dag tandenpoetsen en schone handen.
Vandaag, voor de workshop Gedeelde geschiedenis naar het
Mandelapark begon, spraken we in de klas kort over president Mandela
die zo lang gevangen zat op een eiland met bewakers, witte mannen, die
hij later in dienst nam als bodyguard. Het is stil in de klas. Niet de stilte
die bij vragen hoort maar misschien wel bij iets dat de woorden nog even
verdringt.
Zodra de kinderen even later in de workshop Interviewen vragen mogen
stellen aan Jetty Mathurin is het juist belangrijk dat de woorden vlot
stromen. Al is ook hier opnieuw de stilte van belang die een toneelspeler
durft te nemen in een kring vol aandachtige gezichten van kinderen die
net hebben geleerd wat een gesloten en een open houding is.
Mevrouw Mathurin leert ons hoe spannend het is als iemand nadenkt
over een vraag, haar eigen herinneringen eerst lijkt te begroeten voor ze
die met ons deelt. Herinneringen aan de verbazing die ze had toen ze
‘een witte man op Schiphol zag die haar koffer droeg.’ Want in Suriname
kende ze dat niet. Herinneringen aan het dorp in Brabant waar ze haar
steeds maar vroegen iets over Suriname te vertellen tot ze dacht: ‘Nu is
het genoeg, ik woon al langer in Nederland.’ Ze knikt dromerig. Toen is
ze begonnen met acteren.
‘Welk land is beter, Nederland of Suriname?,’ vraagt iemand en we
hebben van journalist Nicole Mathurin geleerd dat dit een gesloten vraag
is. Maar toch weet mevrouw Mathurin er wijds op te reageren. ‘Ik ben rijk
met twee thuissen.’De kinderen knikken. Met dat rijke is de tijd op maar de aandacht nog
niet. Dan zegt een jongen opeens: ‘Ik had een gesloten houding tijdens
het interview.’ Iedereen kijkt verwonderd. ‘Nee, hoor,’ zegt mevrouw
Mathurin.
Buiten zweeft een boterhammenzakje voorbij, ontsnapt aan een plogger.
Ik maak een aantekening. ‘Ehhh…ik bedoel open,’ zegt de jongen maar,
als ik me voorstel dat ik zijn meester ben en me in hem moet inleven,
dan probeer ik te raden waarom hij dat van gesloten zegt.
Misschien is het wel een beetje hetzelfde als de kinderen rondom een
tafel vol zwerfafval die de hele wereld van woorden en dingen buiten
lijken te sluiten, zich even afsluiten om te kijken naar wat ze hebben
verzameld.
Zoals de leerlingen van de workshop Mijn jeugd in een kolonie ook alles
in de buitenwereld even hebben afgesloten voor een toneelspeler die in
films heeft gespeeld die hun hebben laten lachen en dromen.
De kinderen zijn stil en het is of ze juist door stil te zijn doorvragen in
gedachten.
Twee thuissen, heeft de toneelspeler gezegd. Twee plekken om je
handen vaak te wassen, je tanden te poetsen en te leren.
De kinderen gaan rustig en blij de gang op. Iemand neuriet. Is het
misschien dat liedje van Kenny B. dat we in de klas gebruiken om kilo’s,
ponden en onsen uit ons hoofd te leren?
Wat was het gezellig in de klas toen we er een beetje op gingen dansen.
Ik herinner me nog wat we zongen:
“En wie het niet vergeten wil
Die zingt dit liedje weer en weer”Rashid