Eerlijkheid en eten
‘Meester, mijn ouders vragen me thuis altijd meteen wat ik heb gedaan.’
De prentenboeken waarop gekleurde kinderen prijken worden op
tafeltjes uitgestald maar niemand kijkt ernaar. Rechts van de boeken
hangt een prikbord met foto’s waarboven ‘rolmodellen’ staat. Barack
Obama. Michelle Obama. Michael Jordan. Daar is meer aandacht voor.
Verstilde gezichten van de leerlingen oog in oog met zoveel kracht. Alles
wijst erop dat we in deze ‘workshop zelfbewustzijn’ mogen bewonderen.
Maar Juf Loraine en juf Esmeralda vragen ons ook eens op te noemen
wat er bijzonder is en sterk aan onszelf. Behalve door te reageren op
stellingen ( ‘je kunt alles worden wat je wil’ : wie is het ermee eens en
wie is het ermee oneens? Bijna alle kinderen zijn een beetje onzeker
hierover maar worden opgevangen door de zachtmoedige blik van de
juffen. Want gelukkig is er veel in je leven mogelijk) en jezelf
complimenten te geven is er dus ook de mogelijkheid een rolmodel te
kiezen. Noem je papa geweldig moet je ook vertellen waarom. ‘Mijn
ouders zijn écht geweldig,’ zegt een jongen. ‘ze vragen me thuis altijd
meteen wat ik heb gedaan.’ Schrijf dus maar op. Want deugden als
geïnteresseerd zijn, eerlijkheid en discipline worden door de kinderen
genoemd als sterke eigenschappen.
De naam van Rosa Parks staat ook op het bord dus ik hoef niet onzeker
te zijn om te beginnen over grote geschiedenis met een elfjarige als ik
deze leerling vertel dat deze mevrouw in de bus opstond en tegen de
regels in ergens anders ging zitten waar ze niet welkom was met de
kleur van haar huid.
‘Gehoorzaamheid is een deugd. Was ze gehoorzaam of
ongehoorzaam?’
‘Ja, maar als ik eerlijk ben,’ zegt de elfjarige. ‘is dat toch een regel die
helemaal niet goed is. Je mag zitten waar je wil.’
Of er in het aangrenzende lokaal, waar juf Christine in ‘de workshop
debatteren’ de kinderen argumenten leert om stelling te nemen in het
debat over Corona, ook ongehoorzaamheid is toegestaan weet ik niet
precies. Ik ben net te laat om de leerling die zo goed heeft leren
debatteren dat ze met stadsdeelvoorzitter Tanja Jadnanansing in
discussie mag te zien blinken. Of toch, ik vang nog een flard op van haar
zachte, zelfbewuste stem. Iemand die de regels kan navolgen én
bevragen.
‘eeeeven aan mijn moeder vragen,’ is natuurlijk een must als je elf bent.
Maar wat als er van alles tegelijk om je aandacht vraagt op de
zomerschool?
Ik kijk uit het raam van de lerarenkamer. Muziek. Een ritme waarop twee
mannen vechten en dansen en lachen naar elkaar. Een rijtje kinderen
staat met trommels even relaxed als hard werkend te begeleiden.
Ik word stil van binnen. Ik herken een van de kinderen. Een jongen die
me een beetje zenuwachtig zei dat muziek niet mag van zijn geloof.
‘Soms is het net een sprookje de zomerschool,’ zeg ik tegen mijn
collega.
Ze knikt relaxed en ik zie aan haar blik hoe hard ze werkt. Hoe net als bij
mij ook de stemmen van kinderen die je niet ziet om je aandacht vragen.
En hoe kan het ook anders?
Panta Rhei. Alles stroomt, niets blijft hetzelfde. Kinderen gaan van groep
zeven naar groep acht. Langzaam verandert veel, maar niet alles.
Een beetje zoals meester Cosme me uitlegt dat het bij de Capoeira zelf
is gegaan. Pas in 1982 was het onder leiding van de Braziliaanse
president Vargas toegestaan dat niet alleen de nazaten van de tot slaaf
gemaakten deze vechtsport mochten beoefenen.
De kinderen van de zomerschool krijgen er nog een workshop in. Ze zijn
al veranderd en dus leren ze met gemak over mensen die houden van
verandering.
Juf Emel legt me vlak voor de kookworkshop uit dat ze al haar groente
en fruit koopt bij een bedrijf van een vroegere dj die door Corona voedsel
is gaan produceren. Hij wilde wat anders.
De kinderen zitten aan lange tafels en snijden prei en wortel en praten
over wie er thuis kookt en dat ze al een ei kunnen bakken en Syrische
koffie kunnen zetten voor mama maar dat ze zijn vergeten wat er ook
alweer zo speciaal aan dat type koffie was. Twee aan twee nemen ze
een kijkje in de keuken. Ze lopen opeens stijver en zijn stil. Een keuken
binnengaan is altijd iets spannends.
Je weet dat er voor alles exacte instructies gelden.
Een beetje zoals juf Clara en juf Sanne een andere groep kinderen in ‘de
workshop online identiteit, bomberbot’ leren dat je een robot moet
programmeren. In exacte taal. Op de computer moeten ze dan ook exact
een aantal opdrachten invoeren waardoor de mens op het scherm van
de ene ruimte de andere ruimte binnen kan gaan en dus zal overleven in
zijn (virtuele) wereld.
‘Deze vaardigheden,’ somt juf Clara op ‘helpen ook bij wiskunde en
ruimtelijk inzicht.’
Ik loop het klaslokaal uit. Wat hebben we veel geleerd. Wat zijn we
eerlijk geweest vandaag. We hebben onszelf een compliment gegeven
en gezien wie er complimenten verdienen. Want soms gaat iemand van
de ene ruimte de andere ruimte binnen zodat een ander kan overleven.
Soms loopt een vrouw een bus binnen en overtreedt de regels zodat
mensen vrij kunnen worden.
Zo vrij dat je misschien al weet wat je aan je ouders wil vertellen nog
voor ze je iets vragen.
Rashid