Kom, we gaan de biggetjes zoeken
Zijn we er bijna’?
We zijn onderweg naar de Fruittuin van West en deze vraag staat op ‘repeat’. Het is een rit van ongeveer 25 minuten, maar voor een kinderbrein lijkt dit natuurlijk veel langer te duren.
De enthousiaste, lichtelijk ongeduldige leerlingen van groep oranje en groep roze zitten wiebelend op hun stoel in de grote bus, die in de stromende regen de weg vervolgd naar de biologische boerderij. Ik hoor de gesprekken aan en verlang – net als gisteren – weer even terug naar mijn zorgeloze kindertijd. Ik vind het heerlijk om naar ze te luisteren en geniet van hun humor.
Bij aankomst slaak ik een zucht van verlichting. De stromende regen is gestopt en als je goed kijkt zie je zelf een aantal lichte zonnestralen achter de wolken verschijnen. Perfecte timing.
We worden hartelijk ontvangen door de begeleiders die ons al aan het opwachten zijn.
‘Als het goed is blijft het het grootste gedeelte van de middag droog’ Stelt een van de begeleiders ons gerust. Ik hoop dat hij gelijk heeft.
We worden de tuin in begeleid naar een punt waar we een korte uitleg krijgen over wat ons vandaag allemaal te wachten staat. Na de uitleg gaan de twee groepen op pad met een eigen begeleider. Ik sluit me aan bij groep oranje.
‘HUH, MOET JE BETALEN!?’
We zijn de boomgaard inmiddels ingelopen en krijgen een uitgebreide uitleg over het plukken van fruit.
’Normaal gesproken moet je betalen voor het fruit, maar tijdens de tour mogen jullie alles proeven. Gratis en voor niets!’
Verward kijken de leerlingen naar voorbijgangers die langslopen met papieren boodschappentassen gevuld met fruit. Je kunt hier blijkbaar dus ook nog écht boodschappen doen.
Voor het plukken van het fruit zijn eerst nog even instructies nodig.
‘De blaadjes en de takjes moeten aan de struik blijven, dus het is belangrijk dat je twee handen gebruikt. Zo kun je er voor zorgen dat je alleen de vrucht eraf plukt’
Je kunt het fruit meteen opeten, want alles is biologisch. Niet alles mag geplukt worden, want sommige vruchten zijn nog niet rijp. Aan het begin van de paden met struiken hangen bordjes met ‘Plukken? Ja’ of ‘Plukken? Nee’. De begeleidster legt uit dat er per seizoenen vruchten zijn geplukt mogen worden.
Wat is dat eigenlijk, biologisch? Wie weet wat dat betekent?
‘Dat er geen gif in zit.’ roept een van leerlingen.
‘Dat klopt’. beaamd de begeleidster.
‘Biologische producten bevatten geen chemische stoffen. De dieren op deze boerderij krijgen ook geen ingespoten voeding’.
100% biologisch dus.
Willen jullie kippen zien?
‘Jaaaa’! zegt een grote groep in koor.
**Er zijn een paar leerlingen die blij reageren op de vraag van de begeleidster, maar niet iedereen reageert even enthousiast.
‘Ik hou niet van dieren, ik vind kippen eng’. De leerling huivert bij de gedachte.
We lopen richting het gedeelte waar de legkippen wonen. Die wonen samen met de varkens, tussen de struiken met fruit.
‘Je mag het spannend vinden, maar je mag niet gillen’ legt de begeleidster uit.
De oren van de dieren zijn erg gevoelig. Het is dus belangrijk dat eventuele angsten intern verwerkt worden.
‘Help me, die kippen zijn eng’ roept een andere leerlingen.
Ik lach hem toe terwijl ik achter mij een haan hoor kukeleku-en. ’Wij zijn minstens 6 keer zo groot als die kippen’ stel ik hem gerust. ‘Je hoeft niet bang te zijn’. Ik laat gemakshalve weg dat ik zelf doodsbenauwd voor spinnen ben. Zijn angst voor levende wezens die kleiner zijn dan mensen snap ik maar al te goed.
Iets verderop kunnen we de kippen van nog dichterbij zien. De begeleidster geeft een handje vol granen aan de leerlingen die de kippen durven te voeren. Stuk voor stuk zie ik dappere kinderen naar voren treden om een poging te wagen. Je ziet dat ze het spannend vinden, maar dat intern verwerken van angsten is bij velen stilletjes gelukt.
Dan zien we in de verte, achterin een struik een gevlekt varken te voorschijn komen. ’Wie durft een varken te aaien’.
Ik zie ze aarzelen, maar een van de leerlingen stapt gretig naar voren en wil het graag proberen.
‘Ik hoef écht geen varkens te aaien hoor juf, ik vind ze alleen lekker’
Heeft ze dit zojuist hardop gezegd? Ik lach weer! Dat heeft ze zojuist hardop gezegd.
‘Kom, we gaan de biggetjes zoeken’
Niet veel verderop komen we nog een aantal varkens én biggetjes tegen. De leerlingen die het aandurven gaan erop af om ze te aaien en de andere leerlingen kijken vanaf gepaste afstand toe.
Ik sluit me bij dat laatste groepje aan.
De regen is helaas teruggekeerd, maar gelukkig is het droog in de druivenkas. Tijd om daar even kort pauze te houden. Tijdens het pauzeren vertelt de begeleidster nog een paar leuke feitjes over de fruittuinen en haar bewoners.
’Hoeveel eieren legt een kip per dag denken jullie!?’
‘1000, 600,
300’
Er wordt hoog ingezet bij het gissen, maar het uiteindelijke antwoord is gemiddeld 1 per dag. Overschatte legkippen.
Gelukkig, het is weer droog. We vervolgenen onze weg naar de kruidentuin. Het is een geurrijke bedoeling met een heerlijke mix van o.a. zachte lavendel en scherpe munt. Aan het einde van het pad kun je ‘het geheim van de biologische boerderij’ vinden. Er staat een grote bak met wat er op het eerste gezicht uitziet als aarde.
‘Hier wordt de voeding van de planten gemaakt’.
De bak krioelt van de wormen en de leerlingen die het durven mogen ze vastpakken. Een van de leerlingen houdt een worm gecoverd in aarde in haar handpalm.
‘Wist je dat dit eigenlijk wormenpoep is?’ zegt de begeleider wijzend naar de aarde die aan de worm vastkleeft. Met de snelheid van het licht laat de leerling de worm uit haar had vallen.
‘IELGH’ roept ze.
De begeleidster lacht.
‘Die worm mag niet ontsnappen, die is aan het werk’
Ze legt het proces van compost uit en vertelt dat de aarde in de bak technisch gezien bestaat uit de keutels van een worm en dat het dus fungeert als voeding voor de planten. Als ze dat hadden geweten hadden ze de wormen laten liggen.
De tour is bijna aan het einde gekomen, maar eerst mogen de leerlingen nog even appels verzamelen. De appels mogen nog niet geplukt worden, omdat ze nog niet helemaal rijp zijn, maar de appels die op de grond liggen mogen wel mee naar huis. Een aantal struiken verder is plukken wél toegestaan. De frambozen zijn rijp, zoet en vallen bij iedereen goed in de smaak.
‘Mevrouw boerin’
Klinkt het onderweg naar de bus, die ons intussen al weer astaat op te wachten. Ik blijf het bijzonder vinden, hoe creatief deze leerlingen omgaan me het roepen van de ‘andere docenten’.
Het was een geslaagde middag. En die jongen die aan het begin van de dag nog bang voor kippen was, vind het inmiddels niet meer eng.
✎﹏﹏﹏﹏from Serenitheory with love.